“Niet de dingen zelf zijn beangstigend, maar onze gedachten daarover”. Dat is een belangrijk uitgangspunt van cognitieve gedragstherapie en dus ook van REBT. Nog concreter zijn het volgens REBT onze niet-accepterende overtuigingen die maken dat we emotioneel of gedragsmatig in de problemen komen. Met behulp van het ABC van REBT kun je in kaart brengen wat: de aanleiding (A) is voor dergelijke niet-accepterende gedachtes (B) en wat de consequenties (C) ervan zijn.
A. Aanleiding of situatie (“Activating Event”).
Noteer hier in welke situatie je emotioneel of gedragsmatig in de problemen kwam. Waar was je, met wie, wat gebeurde er?
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
C. Consequenties: Gevoelens en Gedrag (‘Consequences)’
Noteer nu het gevoel en gedrag waar je last van hebt. In termen van REBT gaat het om niet-adequate gevoelens als: depressiviteit, angst, woede, schuldgevoel of schaamte. Onderscheid deze van adequate negatieve gevoelens als; verdriet, teleurstelling, bezorgdheid, irritatie, spijt. Noteer alleen de niet-adequate emoties en niet-adequaat gedrag.
____________________________________________________________
_____________________________________________________________
____________________________________________________________
B. Beliefs: Gedachten en overtuigingen
Noteer nu de gedachten die leiden tot de niet-adequate negatieve gevoelens en gedragingen die je bij C hebt genoteerd. Zoek goed door en noteer naast je interpretaties vooral wat je niet-accepterende gedachtes en overtuigingen zijn. Wat eis je van jezelf, een ander of van de omstandigheden? Zoek ook naar eventuele veroordelingen van jezelf of anderen.
____________________________________________________________
____________________________________________________________
____________________________________________________________
Check B > C
Zie je een logisch verband tussen B en C? Dat wil zeggen; klopt het, dat wanneer je de gedachtes bij B denkt en gelooft, dit inderdaad leidt tot de genoteerde gevoelens en gedragingen bij C? Ja? Dan heb je waarschijnlijk een belangrijke irrationele gedachte gevonden die je kunt gaan uitdagen/ kritisch tegen het licht kunt leren houden; stap D in het ABCDE model. Klopt het verband niet? Zoek dan door naar welke gedachtes en overtuigingen wel ten grondslag lijken te liggen aan de genoteerde gedragingen en gevoelens bij C.